Muziekmaestro A.R. Rahman heeft voor het eerst gesproken over zelfmoord. Tot zijn vijfentwintigste dacht hij er elke dag aan om een einde aan zijn leven te maken.
“Tot mijn vijfentwintigste dacht ik iedere dag aan zelfmoord. De meeste mensen vinden zichzelf niet goed genoeg. En omdat ik mijn vader was verloren ontstond er een leegte in mijn leven. Er gebeurden zoveel dingen tegelijkertijd.”
“Uiteindelijk heeft het mij sterker gemaakt, onbevreesd. De dood staat sowieso voor iedereen vast. Alles wat is gemaakt heeft een houdbaarheidsdatum. Dus waarom zou je ergens bang voor moeten zijn?,” aldus de Oscar-winnaar.
Zijn leven kreeg pas echt weer zin toen hij zijn eigen opnamestudio bouwde in zijn achtertuin in Chennai. “Voordat ik mijn studio had, had ik een sluimerend gevoel van ontevredenheid. Vanwege de dood van mijn vader en de wijze waarop hij werkte, deed ik niet veel films. Ik kreeg 35 films aangeboden en ik deed er twee. Iedereen vroeg zich af hoe ik zou overleven. ‘Je hebt alles, grijp alle kansen die je krijgt’.
Maar ik was 25. Ik kon dat niet. Het voelde voor mij alsof ik veel maaltijden in een keer moest doorslikken en dan bekruipt je het gevoel dat je nog steeds niet vol zit. Je wordt gevoelloos. Dus eet kleine maaltijden, maar zorg ervoor dat het vult.”
